Ze keken uit naar de Messias
Toen kwamen de wijzen naar hen
Die vroegen waar het Koningskind was
Ze antwoordden: ‘In Betlehem’
De wijzen hebben Hem gevonden
De Joden daarentegen niet
Ze wisten waar Hij was geboren
Maar Hem zoeken deden ze niet
Laten wij met de wijzen meegaan
Op weg naar het hemels kerstfeest
We kijken uit naar Jezus’ terugkomst
Mis Hem niet, die hier is geweest
’s Morgens, heel vroeg in de ochtend,
gingen de vrouwen op weg
om Jezus te zalven met kruiden
ze dachten: o, wat een pech,
hoe krijgen we die steen van het graf af
zo kunnen we er niet in
hoe moet dat nu, wat moeten we doen
Jezus ligt daar binnenin.
Maar toen ze bij het graf aankwamen
stond de steen er niet meer voor.
Hij was dus al eerder weggerolt.
De vraag was nu alleen: waardoor?
In het graf zagen de vrouwen
een engel die tegen ze zei:
“Schrik niet, Jezus is hier al weg hoor.
Weet je nog wat Hij eens zei?
Ga naar de and’ren en vertel hen
dat Jezus is opgestaan,
dat Hij aan hen zal verschijnen
zoals ze al konden verstaan
want Hij heeft het heel vaak gezegd
en kondigde het heel vaak aan.”
De kerstboom is weer weg
de sneeuw allang gesmolten
maar er schijnt opnieuw een licht
dit keer geen ster uit het kerstgedicht
dit keer een vlam
op het hoofd van een man
Jezus kwam op aarde neer
maar was de Allerhoogste Heer
Hij kwam in een arme stal
maar Hij zou hoog in de hemel gaan staan
Hij leek heel gewoon
maar Hij is Gods Zoon
Toen ze op de heuvel kwamen
zei Jezus: ‘Ik ga nu weg,
naar Mijn Vader in de hemel,
luister nu naar wat ik zeg:
Ga straks naar Jeruzalem
want daar komt Mijn Heil’ge Geest
Hij zal jullie helpen praten
over hoe ik ben geweest
Toen steeg Hij op naar de hemel
op een mooie witte wolk
de discip’len bleven kijken
‘Was Hij niet de Redder van ’t volk?’
Daar waren plotseling twee eng’len
en zij zeiden: ‘wat is er?
Hij komt ooit weer net zo terug hoor,
Hij is dichtbij, al lijkt het ver’
Ga nu naar Jeruzalem
want daar komt de Heil’ge Geest
Hij zal jullie helpen praten
over hoe God is geweest
De sneeuw komt naar beneden
omdat Heer Jezus kwam.
en voor ons heeft geleden
de zwarte zonde wegnam.
’t Is nacht het is weer donker
om plek te maken voor
het licht en het geflonker
van een groot eng’lenkoor.
Kerst is feest voor iedereen
God slaat zijn armen om ons heen
Hij zendt zijn zoon voor ons naar de aard
als baby in een stal niks waard.
Eerst voor herders, onbelangrijk
zij zagen Hem het eerst van ’t rijk
veel later pas voor koningen
zij volgden een ster die hun ogen opvingen.
En nu voor ons, in een kribbe van hout
niet een van brons of van zilver of goud
Jezus is pas geboren
en dat mag iedereen horen.
Vlammetjes, vuur
maar niks verbrand
mensen zijn binnen
en geven een hand
aan elkaar
en iedereen lacht
want vandaag
is de geest gebracht
CHRISTELIJKE GEDICHTEN 